Volgende pagina > Vorige pagina < Terug naar start < Vorige pagina < Volgende pagina > Terug naar start <
WILM WOUTERS IN ROTTERDAM. Verslag van de grote tentoonstelling gehouden van april t/m mei 1922 in kunsthuis Unger en van Mens. "Le désir d'être jugé par quelques-uns et de s'instruire sur ses propres forces: voilà, de la part d'un artiste, le seul légitime motif d'une exposition." Aldus verklaarde Paul Gauguin, toen een jonge vriend exposeerde. Hij vergat daarbij de praktische bedoeling welke een kunstenaar ook kan drijven, n.l. de noodzakelijkheid van verkoop. Inderdaad was dit is een belangrijke aanleiding tot de tentoonstelling van Wilm Wouters te Rotterdam. Deze kunstenaar bezit geenszins de hoge eigendunk van veel onbetekenende modernen, die beter praten dan schilderen; reclame zoekt de bescheiden, eenvoudige werker evenmin; noch heeft hij behoefte aan kritiek van anderen, daar hij zelf te goed zijn zwakheden kent. Maar .... het leven is duur, zelfs in een primitief vissersdorp, en zo kreeg Rotterdam een groot aantal koppen van Volendammers te zien. Knap werk is het; knap getekend, technisch knap geschilderd. Zulk een oude schipper met zijn door zee en wind vertraande ogen, met zijn verweerde huid en zijn te grote neus, kijkt hij ons bijna levend aan vanuit de wand. Ontspannen met een praatje bij het genot van een bakkie koffie. Het is alsof wij deze man kennen en hem ook niet zullen vergeten. Later wanneer wij aan hem terugdenken, zal hij misschien meer nog meer voor ons betekenen dan toen wij vóór hem stonden, doordat de perfectie van de schilder ons dan niet meer afleidt, en zich niet meer opdringt tussen hem en ons. Al deze koppen van jonge of oude lieden, die Wouters in de loop der laatste jaren te Amsterdam ter expositie zond en die daar de aandacht trokken door de verbazende uitvoerigheid en de sprekende typering, zien wij nu hier bijeen en alle doeken vertellen dat in deze kunstenaar een goed portrettist huist. Een portret van een jonge man met schele ogen, in 1919 te Laren gemaakt, dat meer schilderachtige kwaliteiten heeft dan de visserskoppen, behoorde indertijd op de portrettententoonstelling in het Stedelijk Museum tot de beste inzendingen. De technische vaardigheid, welke Wouters soms te veel voorop stelt ontbrak hier, prettig mals was het doek geschilderd en er is meer gelet op een goede samenstelling van kleurverhoudingen en op een mooi geheel, dan op het fotografische vertolken van de natuur, bij welke weliswaar geen plooitje over het hoofd wordt gezien, doch de persoonlijkheid van de schilder minder zichtbaar wordt. Dat Wouters een fijnvoelend kunstenaar is, getuigt ook zijn schilderij "Grietje met haar pop." Gevoelig zijn hierin de verschillende kleurplans tegen elkaar gezet; het gezichtje geschilderd met de fletse, dromerige boerenkinderogen, alsof men het licht zag flitsen over de nu en dan even knippende wimpers. Ook het houten popje, dat het kind op schoot heeft liggen, is voortreffelijk in de stofuitdrukking, zonder dat daarin het technische hinderde. Hier leren we een ingetogen kunstenaar kennen met veel liefde en gevoel voor kleur en een sterk indringingsvermogen. Wilm Wouters is in 1887 in den Haag geboren. Tot zijn twintigste jaar voer hij op zee en oefende nog andere ambachten uit. Van 1909 tot 1914 bezocht hij de academie onder Van der Waay en Derkinderen, tot de dienstplicht hem riep. Na de oorlog trok hij naar Volendam, voelde zich technisch achteruit gegaan, en begon weer flink naar model te schilderen en leerde ook voor zijn karaktervorming veel van dit gelaten, eenvoudige vissersvolk. Wouters grote bewondering voor de primitieven spreekt uit al zijn werk; hij voelt zich niet tot de modernen, de kubisten of expressionisten aangetrokken. Hij is ervan overtuigd dat men ook in ons land, evenals reeds elders, weer tot de primitieven zal teruggaan. A. O. Deze recensie is gepubliceerd in het Elseviers maandblad van Juli 1922. De oorspronkelijke tekst is iets gemoderniseerd door Rob Wouters. Inhoudelijk is de tekst niet veranderd.
Terug naar start < Vorige pagina < Volgende pagina > Volgende pagina > Terug naar start < Vorige pagina < Terug naar start <
WILM WOUTERS IN ROTTERDAM. Verslag van de grote tentoonstelling gehouden van april t/m mei 1922 in kunsthuis Unger en van Mens. "Le désir d'être jugé par quelques-uns et de s'instruire sur ses propres forces: voilà, de la part d'un artiste, le seul légitime motif d'une exposition." Aldus verklaarde Paul Gauguin, toen een jonge vriend exposeerde. Hij vergat daarbij de praktische bedoeling welke een kunstenaar ook kan drijven, n.l. de noodzakelijkheid van verkoop. Inderdaad was dit is een belangrijke aanleiding tot de tentoonstelling van Wilm Wouters te Rotterdam. Deze kunstenaar bezit geenszins de hoge eigendunk van veel onbetekenende modernen, die beter praten dan schilderen; reclame zoekt de bescheiden, eenvoudige werker evenmin; noch heeft hij behoefte aan kritiek van anderen, daar hij zelf te goed zijn zwakheden kent. Maar .... het leven is duur, zelfs in een primitief vissersdorp, en zo kreeg Rotterdam een groot aantal koppen van Volendammers te zien. Knap werk is het; knap getekend, technisch knap geschilderd. Zulk een oude schipper met zijn door zee en wind vertraande ogen, met zijn verweerde huid en zijn te grote neus, kijkt hij ons bijna levend aan vanuit de wand. Ontspannen met een praatje bij het genot van een bakkie koffie. Het is alsof wij deze man kennen en hem ook niet zullen vergeten. Later wanneer wij aan hem terugdenken, zal hij misschien meer nog meer voor ons betekenen dan toen wij vóór hem stonden, doordat de perfectie van de schilder ons dan niet meer afleidt, en zich niet meer opdringt tussen hem en ons. Al deze koppen van jonge of oude lieden, die Wouters in de loop der laatste jaren te Amsterdam ter expositie zond en die daar de aandacht trokken door de verbazende uitvoerigheid en de sprekende typering, zien wij nu hier bijeen en alle doeken vertellen dat in deze kunstenaar een goed portrettist huist. Een portret van een jonge man met schele ogen, in 1919 te Laren gemaakt, dat meer schilderachtige kwaliteiten heeft dan de visserskoppen, behoorde indertijd op de portrettententoonstelling in het Stedelijk Museum tot de beste inzendingen. De technische vaardigheid, welke Wouters soms te veel voorop stelt ontbrak hier, prettig mals was het doek geschilderd en er is meer gelet op een goede samenstelling van kleurverhoudingen en op een mooi geheel, dan op het fotografische vertolken van de natuur, bij welke weliswaar geen plooitje over het hoofd wordt gezien, doch de persoonlijkheid van de schilder minder zichtbaar wordt. Dat Wouters een fijnvoelend kunstenaar is, getuigt ook zijn schilderij "Grietje met haar pop." Gevoelig zijn hierin de verschillende kleurplans tegen elkaar gezet; het gezichtje geschilderd met de fletse, dromerige boerenkinderogen, alsof men het licht zag flitsen over de nu en dan even knippende wimpers. Ook het houten popje, dat het kind op schoot heeft liggen, is voortreffelijk in de stofuitdrukking, zonder dat daarin het technische hinderde. Hier leren we een ingetogen kunstenaar kennen met veel liefde en gevoel voor kleur en een sterk indringingsvermogen. Wilm Wouters is in 1887 in den Haag geboren. Tot zijn twintigste jaar voer hij op zee en oefende nog andere ambachten uit. Van 1909 tot 1914 bezocht hij de academie onder Van der Waay en Derkinderen, tot de dienstplicht hem riep. Na de oorlog trok hij naar Volendam, voelde zich technisch achteruit gegaan, en begon weer flink naar model te schilderen en leerde ook voor zijn karaktervorming veel van dit gelaten, eenvoudige vissersvolk. Wouters grote bewondering voor de primitieven spreekt uit al zijn werk; hij voelt zich niet tot de modernen, de kubisten of expressionisten aangetrokken. Hij is ervan overtuigd dat men ook in ons land, evenals reeds elders, weer tot de primitieven zal teruggaan. A. O. Deze recensie is gepubliceerd in het Elseviers maandblad van Juli 1922. De oorspronkelijke tekst is iets gemoderniseerd door Rob Wouters. Inhoudelijk is de tekst niet veranderd.